Nonkel (89): “Allez, Mr T, welk ijsje moet ge hebben? Kies maar. Ik ga ze halen. In onze cafetaria hier. De cafetaria van (spuwt het uit) Het Instituut. Ja, ik weet het, ze noemen dit een ‘woon- en zorgcentrum’, of zelfs ‘serviceflats’, maar wij zeggen (spuw) Het Instituut. Enfin, in de cafetaria hebben ze pottekes ijs. Dus: wat moet ge hebben? Tante pakt altijd... allez... hoe heet het nu weer... och, Mr T, dat geheugen hè... euh... tante pakt altijd een potteke... brazilienne!... En gij? Wacht, ik weet het, gij pakt altijd... euh... verdoeme toch... met chocoladesaus... hoe héét dat nu weer... Wablief?... Ja! Een madame blanche. Awel, dat pak ik ook... Het kan wel efkes duren hè. De cafetaria van (spuw) Het Instituut is helemaal aan het einde van de gang... Bon... Tante! Een zakske! Voor de ijsjes. Hebt ge er één?... Oei, zo’n groot zakske, vrouw. Daar gaan ze mij mee uitlachen. Hebt ge niks kleiner?... Ah, merci... Och ja, Mr T... dat geheugen hè... Ze zeggen soms dat het een ziekte is... Pa... Pa... Parkinson!... Of nee... Allez, hoe heet het nu weer.... Wat?... Alzheimer, ja... Pff, zo ver is ’t bij mij nog niet... Het zit er allemaal nog wel in, hè. Maar ik kan het soms zo traag grijpen. Verdoeme toch... Weet ge, soms kijk ik naar de televisie en hoor ik mensen praten over mensen van 80. Mensen van 80! Dan denk ik: dat zijn verdoeme ouwe mensen. En ineens besef ik: dat ben ik, potverdikke!... En straks zelfs 90... En... En... Wat zegt ge?... Verdikke, dat hoorapparaat weer... Fwiiiiit... Knap spul, hoor, ge hoort ineens alles, maar verstaan doet ge niks meer. Te veel achtergrondlawaai. Probeer dan maar eens een gesprek te volgen, hier in (spuw) Het Instituut. Dus zwijgt ge. En knikt eens schaapachtig. En dan denken de mensen: wat een onnozelaar is dat. Maar ’t is die appareil... Och, Mr T... En dat geheugen hè... Dat werkt zo slecht...”
Tante (83): “...maar uwen babbel werkt nog goed hè. Kom, ga nu maar een madame blanche halen. Voor ge het vergeten zijt.”
0 reacties:
Een reactie posten