Pages

“EUH, JUFFROUW, EXCUSEER...”

Het had iets filmisch. We zaten dan ook in de cinema. Met z’n drieën klaar voor ‘Groenten uit Balen’. En voorzien van proviand: zakske Maltezers, dozeke ijspralines (met condoomachtig opschrift “15x pleasure”) én... Rolo’s. Twintig jaar geleden een favoriet snoepke van Mr T. Zie daar de setting. Het rolletje jeugdsentiment ging van hand tot hand. Waarna het naast de Fanta in de bekerhouder werd gestoken.
Vijf minuten later: de volte. De bekerhouder bleek onderaan vol gaten te zitten. Rolo erdoor gevallen. Dju. En weggerold. Shit. Tot onder de stoel van het meiske voor ons, tussen haar schoenen. Hoho! Gegniffel. Hilariteit. En een beetje spanning. Wat nu? Wat núú? Halve minuut cliffhanger.
Dan toch de antiheld gespeeld en voorovergebogen: “Euh, juffrouw, excuseer. Ons rolletje Rolo is weggerold. Tot onder u.” Lacherig stond het kind recht. Waarop ons leidmotief nog een rij verder wegrolde. Op de achtergrond: ‘Mission Impossible’ als ironische soundtrack.
Wanhopige reddingsscène volgde. Mr T nog met zijn hoofd onder de zetels gedoken. Zijn kameraad mee speurend op de knieën. De vriendin in een katharsiskramp. Maar Rolo foetsie. Melodramatisch einde.
Epiloog: na de film blijven zitten tot iedereen weg was. En tussen de rijen verder gezocht naar Mr T’s jeugdsentiment. Vergeefs. Weggeslipt tot in een vuil hoekje. Of gepikt door een onbekende nemesis. Hoe dan ook: weg. Geen deus ex machina. Maar wel op de grond gerolo’d van ’t lachen. Fin.

NIEUW NACHTMUZIEKSKE

@ Cyndi Lauper: sorry, love, ge staat niet meer op één. ‘I Drove All Night’ was altijd hét nummer waarop Mr T hoopte wanneer hij ’s nachts over donkere snelwegen naar de flauwe warmte van zijn bed reed. Tot nu. Enter Raymonds ‘Maanlicht’. Te beluisteren in de duistere uurtjes. Laatste nummerke op de cd, die met wat geluk nadien terug naar het begin wipt, naar ‘Aan De Meet’. Ach, wat zou een mens zijn zonder melancholie.

GEEN HOOGTE, WEL WOEST

Naar Woeste Hoogten geweest. Ja, mannekes, dat was Mr T zijne genre niet, hoor. Knap geacteerd en knap in scène gezet, dat wel. Maar die Emily Brontë heeft me daar toch een langdradig stuk geschreven, zeg. En maar roeren in die zielen. En maar tormenteren. En maar letters spuwen. Nee, Mr T voélde het niet, het drama tussen Cathy en Heathcliff — al moet gezegd dat de meerderheid van zijn gezelschap wél aan de lippen van de getormenteerde zielen hing.
Op de terugweg trouwens nog tegengehouden door de flikken, omdat Mr T per ongeluk een voetgangerszone was binnengereden. Vijftig euro boete nondezjaar. Kijk, toen voelde Mr T plots wél een woeste hoogte.

EEN GIETERKE VAN 500MG

Nondezjaar! Nondezjaar! Nondezjaar! Zit Mr T hier al vijf dagen met helse pijnen in zijn keel, blijkt dat hij de hele tijd Dafalgan 500mg heeft geslikt in plaats van 1000mg. “Ah, da’s fout hè meneer. Voor niks afgezien hè meneer.” Grmbl. Alsof ge een bosbrand te lijf gaat met een gieterke. Tsss.

NOG WAT ZIEK GEZAP

Ontdekt op Ketnet: ‘Zingaburia’ van Hugo Matthijssen. Vond ik nu geestig, zie. Daarjuist begon een verdrietige kip te zingen: “Zoals een paard verlangt naar de wei / zoals een boterham verlangt naar wat gelei / zo verlang ik naar een ei (...) Ik wou dat ik mijn eigen eitje had / maar er komt niks uit mijn gat....” Ha!

Al kan tot nu toe weinig tippen aan de Mierifant (stamboom links):

ZIEK GEZAP

Mr T heeft zich ziek gemeld op het werk. Zeldzaam feit. Keelontsteking van de venijnigste soort. Soit, we gaan niet klagen. Of de vrouwen denken weer dat mannen watjes zijn als ze ziek zijn. Mr T heeft zich met beddengoed en al in de zetel geïnstalleerd en kijkt de hele dag tv. En wat kwam hij tegen op zowel La Une als Mediaset Italia? Lucky Luke. Nu kan het aan de medicatie liggen, maar zo sexy herinnert Mr T zich de poor lonesome cowboy toch niet. Jawadde. Niet goed voor de al koortsige lichaamstemperatuur. Allez, Lukeske. Kom eens hier. En schiet mijn virussen aan flarden. Rrrr. En sneller dan uw schaduw graag, want we zijn de malaise kotsbeu. Kunnen we nadien Jolly Jumperke spelen. (O het geijl!)

2012: HET JAAR VAN MR T

Nieuwjaarsnacht, 2.40 uur. Mr T is net thuisgekomen en doet iets wat hij zich normaal enkel tijdens de halve finale van het Songfestival permitteert: hij gaat in zijn eentje alcohol drinken. Eén derde Bacardi, twee derde cola. En hij wou het echt, want hij is de cola nog speciaal gaan halen in de nachtwinkel. Bij deze: schol! Op het jaar 2012. Dat ontegensprekelijk het jaar van Mr T zal worden. Ge zult wel zien.

Eerst iets anders. Elk jaar, op 31 december, voltrekt Mr T hetzelfde ritueel. Hij vertrekt dan in alle vroegte naar zijn geboortedorp — alwaar de platenwinkel nog altijd ‘De Seunt’ wordt genoemd omdat ‘The Sound’ onuitspreekbaar bleek, en alwaar de bakkerij nog steeds ‘De Mevrouw’ wordt genoemd omdat een oud-lerares daar gewoond heeft. Aldaar aanschouwt Mr T met graagte een lokaal fenomeen: het nieuwjaarszingen. De hele voormiddag wordt de ouderlijke deur platgelopen door kinderen die u de beste wensen toezingen, in ruil voor een snoepke of een cent. Met zijn 20 eurocent per kop — let wel: er passeren zo’n 700 koters in het dorpscentrum — zat Mr T boenk op het marktgemiddelde, zo kon hij vaststellen met steelse blikken in de buidels van de geldklopperkes.

Voor de ouderlijke deur zag Mr T alle geledingen van de maatschappij passeren. Van de schattige kindjes die met trendy sjaaltje en muts hun beugel openhouden en lieflijk nieuwjaarkezoete zingen, tot de verzopen marginale ouders die hun beugelgebroed Cheyenne naar voren duwen waarna die het brutaal op een afgemeten ‘hey’ houdt. In dat laatste geval verdenk je het hele gezin ook van een pooierachtige verstandhouding: snoep is voor het kind, geld gaat naar de ouders. Soit, de ‘beste wensen’ komen in alle maten en vormen en Mr T nam ze allemaal breed lachend in ontvangst.

Hij zag ook meteen alle toekomstbeelden de revue passeren. Het twaalfjarig menneke dat met zijn ogen naar de grond geslagen zachtjes ‘oud jaar, nieuw jaar’ murmelde, is een vogel voor de kat — mits een mirakel dat, toegegeven, altijd kan gebeuren. De luidste van de hoop bleek — typisch — van Gentse afkomst, wat schril afstak tegen de bescheiden Kempense lieden. De vurige meid die haar vrienden aanspoorde tot synchroon gezang middels een welgemikte ‘Eén! Twee! Drie!’ zal het daarentegen ver schoppen. Al is ver schoppen relatief: alsof dat moet gelijkstaan met een bloeiende leiderscarrière. Mr T zelf denkt graag dat hij vroeger tot de bescheiden soort hoorde. Het soort kind dat met oudjaar niet te luid zong, niet te hebberig bedelde om de extra cent, maar wel ten volle ging voor de volle buit.

Bijna dertig jaar later — dértig jaar begot — wordt uw dienaar best goed gezind van al die beste wensen. ’s Avonds vertrekt hij dan ook steevast vrolijk naar een festiviteit ten velde. Deze keer in Geel. Gezellig en lekker, met Bob en dus met alcohol, wat helpt, ook al is het geen garantie op succes. Het gezelschap daarentegen wel.

Toen Mr T daarjuist thuiskwam, vond hij een kaart van zijn buurmannen in de bus. “Een schitterend 2012 gewenst.” En dat vond Mr T nu tof, zie. Want 2012, dat wordt het jaar van Mr T. Klinkt verwaand, ja. Maar het moét. 2011 was het jaar van de stilstand, en stilstand kan nooit blijven duren, want dat leidt tot achteruitgang. Bij deze wil ik mijn spijt uitdrukken aan alle anderen die hun zinnen op 2012 gezet hadden: pech, het jaar is aan mij, aan Mr T. Voilà.

Inmiddels is het 3.40 uur. De gsm licht op. Een sms ten antwoord: “Bon. Ge hebt nu uw jaar... Doé er ook iets mee.”