Pages

PREMIER BUBBLE

Mr T voelt zich aangetast in zijn mannelijkheid. Want… hij kijkt weer Vitaya. Deze keer voor ‘The Amazing Mrs. Pritchard’ , een zesdelige Britse miniserie. Elke woensdag om 23.40 uur (jaja, laat) of zondag om 13.45 uur (jaja, vroeg). Jobke voor de digicorder.

Jane Horrocks (Bubble uit Absolutely Fabulous’) speelt Mrs. Pritchard, een superettemadam die impulsief opkomt bij de verkiezingen. Ze wordt superpopulair, haalt 54% en wordt pardoes premier. Met nog één aflevering te gaan wordt ze omringd door louche volk, zet ze de voltallige G8 te kakken en is haar privéleven een soep.

De serie is gemaakt door hetzelfde productiehuis als ‘Hustle’ en vooral ‘Spooks’, en dat kan geen toeval zijn. Fictie op zijn actueelst. Not very Vitaya.

Straks de laatste aflevering. En nog zoveel brokken te lijmen. Nee, goed komt het allemaal niet meer.


DÁT SOORT PUBLIEK


Deurdedeurdeur


Wawast?
SKaGen (Bruno Vanden Broecke en co) speelt een deurenkomedie over een deurenkomedie. Aftasting van de grenzen van het genre
.

Oewast? Vernuftig. Drie delen: eerste deel was de repetitie, tweede deel de matineevoorstelling, derde deel de avondvoorstelling. Het decor werd telkens omgedraaid, zodat je bij deel 1 en 3 zag wat er op de scène gebeurde, en bij deel 2 wat er zich achter het decor afspeelde. Tussen de personages laaiden de spanningen hoog op door allerlei scheefpoeperij. Om uiteindelijk te ontaarden in absolute chaos – het soort chaos waarbij je de ene keer lacht en de andere keer de wenkbrauwen fronst.

Ik zeg u: ware het niet voor het publiek, Mr T zou er echt van genoten hebben. Zes gibberende puberkippen voor ons en een hersenloze middeljaarse babbelkous achter ons – van het soort dat bij élke grap (ook de slechte) het uitgilt: ‘Maar allééé toch’… Mr T hoort dan weer tot het soort mensen dat automatisch in een tegenreactie schiet en met níks meer lacht. Met mijn excuses, SKaGen.

(Op 25/4 – in CC De Mol, Lier)



BLIJ

Afgelopen zaterdag een huwelijk gehad. Het soort huwelijk waarvoor je je best wil doen. Had zelfs de oorstokjes bovengehaald (hoewel die op doktersbevel strikt verboden zijn sinds de proppen). Mr T speelde ook chauffeur (of waarom dacht u dat er roze strikjes aan de T-mobiel hingen). En aan het dessertbuffet tastten we de grenzen van het fatsoen af. Kortom: gezéllig.

Zegt plots een vriendin tegen mij: “Weet ge, Mr T… Weet ge… Onze kleine van zes maanden, hè, die heeft exact hetzelfde kapsel als u…” Hilariteit aan tafel. Stilte bij Mr T. “Maar allez, dat is een compliment, hè.” Waarop Mr T eens beteuterd over zijn glimmende voorhoofd krabde.

Ach, Mr T kon er goed om lachen. Weet ge waarom? Omdat tussen de tafels het levende bewijs rondliep dat alles altijd erger kan. Daar liep een garçon, jong… Zo’n voorhoofd, dat hebt ge nog nooit gezien. Biebel zou er jaloers op zijn. Het stak extra naar voren, als een erker, of als een afdak. Het was het soort voorhoofd waarvoor je een gsm met fotofunctie wil kopen. Het soort voorhoofd waarvan je, alleen maar door ernaar te kijken, meer zelfvertrouwen krijgt.

En daar worden wij dan blij van. Biebeldebiebeldeblij.



ARROGANTE KOP

Wie dénkt gij in ’s hemelsnaam wel dat ge zijt! Ik ben me de pleuris verschoten. Heb nondezjaar alles moeten dichtgooien daarjuist, om u nipt te ontwijken. Ik wou bijna dat ik het niét gedaan had. Met uw arrogante kop. Ge liep daar rond, in het midden van de straat, met een air alsof niks u kon raken. En dan zúlke ogen trekken als er iemand bijna knal op u afrijdt. Vuile hippie. Efkes rondkijken voor er nen auto aankomt, daar doen we niet aan mee, hè? Daar voelen we ons te goed voor, hè? Onnozelaar. En maar tetteren, en maar tateren. Alsof er iemand zo stom was om naar u te luisteren. Achterlijke! En vanwaar kwam mijnheer aangewaggeld? Van ’t café, zeker? Trek uw debiele ogen toch open, jong. En hou uw kwakend bakkes dicht. Ik heb niks tegen uw soort, maar als ze zich allemaal gaan gedragen zoals u, dat ze dan maar rap allemaal terug naar het zuiden trekken. ’t Is toch waar… Het is niet omdat ge een eend zijt, dat ge de wegcode niet moet kennen.



BIJSTURING

- Uw blog is veranderd, hè?

- Ja.

- We hebben het gezien... (stilte)

- En?

- Euh… Die ‘nachtbraaksels’… We staan daar niet wild van.

- Nee?!

- Nee. Te studentikoos.

- Te studentikoos?!

- Ja. Weinig origineel ook.

- Weinig origineel?! Ik had het woord ‘nachtbraaksels’ nog nooit gehoord…

- Wij wel. We vonden ‘Vraag me niet waarom’ een veel betere baseline.

- Ah.

- Nu zijt ge ambetant, hè?

- Nee… nee... Echt niet...

- Voilà, ge zijt ambetant.

- Néé... Om eerlijk te zijn… Ik mis de oude baseline ook.

- Ja?

- Ja. Die was echt van mij.

- Zet die er dan terug op.

- Nee, jong,

- Waarom niet? Alle grote restylings worden achteraf bijgestuurd.

- Nee, jong, dan kom ik onzeker over.

- Tja… Dat zijt ge ook, hè.

- Hm.


PETSEN

Het is paniek in ’t kot. Want sinds de herstijling zijn de leescijfers gekelderd. Naar zaterdagniveau. Vindt u ’t misschien niet boeiend meer, nee? Of bent u allemaal op congé? Of ligt het toch aan de statistiek zelf? Voorlopig zijn we geneigd tot het laatste. Dat de statistiekcodes er mee vanonder gemuisd zijn met de oude stijl.

Máár: o wee als ik merk dat iedereen toch op een ander zit! Ik kom u eigenhandig terug dit kot injagen. Met petsen op de blote poep erbij. U bent gewaarschuwd. Nondezjaar.


ZONDAG BIJ DE PISTOLETS

- Het is vandaag erfgoeddag, moeder.

- Ja? Niks voor mij...

- Voor mij wel.

- Welk nationaal erfgoed gaat gij bezoeken dan?

- Ik bezoek u toch, moeder?

- Oooooh.



HERSTIJLING

Wat het VRT-journaal, het VTM-nieuws en de grootste krant van Vlaanderen kunnen, kan Mr T ook. Dus: hij heeft de boel gerestyled. Niet zomaar een likske verf, nee, er is sprake van een heus concept. Want concepten, daar zijn wij vóór. Dat komt geloofwaardig over. En verlaagt de drempel.

Er is niet zó veel veranderd, maar heb er toch ferm mijne prul mee gehad. Vindt ge het een beetje tof? Die aangepaste kleurkes en die nieuwe baseline en zo? Vindt ge uwen draai wat? Want da’s belangrijk, hè. Dat de statistieken niet ineens kelderen.

En wat met de inhoud, hoor ik u hoopvol vragen. Helaas. De strik is verfraaid, maar het pakske blijft even simpel als voorheen. Wij hopen mee op beterschap…

.....................................................................................................

(PS: Moet u bij het woord ‘baseline’ ook altijd aan ‘vaseline’ denken?)

.....................................................................................................

Allez, Cyndi! Speel eens een aireke dat past bij de nieuwe hoofding, kind.



VERGIFTIGD GESCHENK

Dat zou ik Moeder T nu nooit aandoen, zie.
(HLN - 10/04)

DÁÁR HOORT GE DIE VAN GAIA NOOIT OVER

Wat leert de krant ons vandaag? Dat er 400 verwaarloosde cavia’s gevonden zijn op een oude zolder. Waarom 400? Omdat die cavia’s kweken als konijnen. Cavia’s kweken om de drie maanden. En daar komen telkens tot zes jongen van. En die jongen zijn na vier tot zes weken zélf al geslachtsrijp. Met dus alweer caravans cavia’s tot gevolg…

Maar allez: na zes weken al geslachtsrijp! Reken dat even om naar mensentermen. Wikipedia leert ons dat een gemiddelde huiscavia vijf jaar oud wordt. Een mens wordt grofweg 77 jaar oud. Zes weken in een cavialeven betekenen dus 6 x 77 : 5 = 92,4 weken in een mensenleven. (Komaan, mensen, volgen, dit is de regel van drie, dit moet gekend zijn.) 92 weken dus! Of nog geen 2 jaar! Een cavia heeft dus seks als hij nog maar een peuter is. Weet je hoe wij dat noemen? Inderdaad: pedofilie. Pedofilie bij de cavia’s. Dáár hoort ge die van Gaia nooit over, hè.



CD

- Mr T: “Moeder, zeg nog eens welke cd gij voor uw verjaardag gekregen hebt?”

- Moeder T: “Oh, nen héél schone: 'Fukkeli Fukkela'.”

- Mr T: “Hahaha!”



HERO (2)

Nu Mr T er langer over nadenkt: hij had vroeger eigenlijk wél helden.

Zoals Arendsoog. De western-Sherlock met scherpe blik, die samen met Witte Veder slechteriken versloeg in ronkende avonturen als ‘Arendsoog en de vloek van Arbaz’, ‘Arendsoog en het blaffende zand’ en ‘Pas op, Arendsoog!’.




Of zoals Brammetje Bond! Brammetje, Pietje en Freddie hadden een club, de GGD (de Grote Geheime Drie), en kregen tegenwind van de Grote Groene Draak. Verslónden, die boeken. Dat ze geen vermelding krijgen op Wikipedia, is een groot onrecht.


En de jongens van de Kameleon! Afzichtelijk bootje was dat, mikpunt van spot voor booswichten, tot Sietse en Hielke hun turbo aanzetten, en de Kameleon de allersnelste van de Friese wateren bleek. Dé hit uit Mr T’s jeugd.




En De Rode Ridder! Ridders, zwaarden, heroïek en soms zelfs erotiek – hoe de walmen uit elk stoombad telkens op de juiste plaats bleven hangen: vernuftige spelbrekerij.



En Ronnie Hansen! Zelf heeft Mr T nooit gevoetbald – de wereld haalt nog steeds opgelucht adem – maar zoals die Hansen tegen een bal trapte, daar kreeg je goesting van.




En Piemeltje! Sorry: Pinkeltje! Ooit nog in de bib kort maar luid gegild toen een boek over deze kabouter openviel op een tekening van een grote, harige spin. Dat verhaal durfden we uiteindelijk pas een heel jaar later lezen…



En Bas Banning! Wat googelwerk herinnert Mr T eraan dat Bas Banning zowaar een jonge verslaggever was. Bij ‘De Morgen’ dan nog...






En Wolf! De slimme speurhond van de broers Westra – die hadden echte politiezendapparatuur! – kliste boeven en ander gespuis, meestal in het bos.


Joeng, joeng… Zet dit heldenlegioen, onder de bezielende leiding van Suske, op het dossier van de Bende van Nijvel en ge hebt garanti resultaat binnen de 24 uur.


MR T KIJKT NAAR DE RONDE VAN VLAANDEREN








H

dixit PIERRE-YVES HARDENNE

H
"Als ik Justine tegenwoordig tegenkom, vraag ik haar altijd of ik even aan haar benen mag komen. Maar 't mag niet meer"


De ex van Justine Henin spreekt in HLN over de echtscheiding.



HERO

Mr T heeft nooit helden gehad. Zijn slaapkamer was nooit behangen met stoere kampioenen of schaarsgeklede popsterren. Hij heeft nooit zijn laatste spaargeld gespendeerd aan een concert of voetbalmatch om zijn idool te gaan bewonderen. Helden zijn niet voor Mr T. Daar is hij te nuchter voor. Tenzij… misschien… eentje…

Als kind las Mr T veel. Stiekem, tot een kot in de nacht. Van Jommeke tot De Witte. Van Narnia tot De Vijf. Tolkien las hij uit om halfvijf ’s ochtends.

Op die ene avond was het elf uur – Mr T was tien jaar. Hij moest al een hele tijd aan het slapen zijn, maar werd meegesleept door ‘De Apekermis’. Daarin zit een klein jongetje (met zwart haar, rood hemdje en zwarte broek) in een wisselende relatie met een klein meisje (blond haar, wit jurkje, rood strikje). De problemen in ‘De Apekermis’ zijn groot: de wereld wordt bedreigd door een meteoor waarvan de straling alle apen in één klap intelligent maakt. Met alle werelddominantie van dien. Maak het maar mee. Er rest nog één redding: een kamikazeactie in de ruimte. En het koppeltje is de pineut van dienst.

Het jongetje blijkt al op zeer jonge leeftijd een gentleman pur sang: hij slaat zijn liefje knock-out. Weliswaar om haar te behoeden van een gewisse dood. Eens bijgekomen zal zij naar de Aarde kunnen terugkeren, terwijl onze knaap met een blik explosieven de meteoor te lijf gaat…

En toen knakte er iets bij de piepjonge Mr T. Op twee bladzijden van het einde stevende zijn koene leeftijdgenoot af op de ondergang. En bleef Mr T alleen achter, met zijn zaklamp onder de lakens, ontdaan door de opoffering en triest door tante Sidonia’s tranen. Mr T kon het niet meer aanzien. Van pure ellende klauterde hij uit zijn bed, liep helemaal naar beneden en gaf zichzelf halfsnikkend aan bij de mama. Omdat troost toen belangrijker was dan de dekmantel. Want Suske ging dood.

Ach, uiteindelijk kwam alles goed. Wiske kon na de explosie het weggeblazen Suske nog oppikken met de capsule, waarna ze samen levend en wel vanuit de ruimte in de grote oceaan neerplonsden, pal naast – o toeval – de sloep van hun vrienden. Met Suske komt het dan ook altijd goed. Alleen wist Mr T dat toen nog niet.

Voordien had Suske al Mr T’s eindeloze respect verdiend door in ‘De Gouden Cirkel’ eigenhandig een Boeing vanuit Caïro – met de doodzieke Barabas, Jerom en Lambik aan boord – quasi heelhuids aan de grond te zetten in Schiphol. En de jongen verdient dubbel eindeloos respect als je ziet hoe hij telkens de grillen verdraagt van zijn wispelturig en – geef toe – soms bitcherig liefje.

Nee, Mr T heeft nooit helden gehad. Veel te nuchter daarvoor. Maar Suske, die komt aardig in de buurt.



MR T HEEFT GESPROKEN









H

ZIT ER MAAR MEE

Mr T wil zich niet mengen in het moeilijke ethische debat, maar… zijn plant vraagt om euthanasie.


Hij lijdt ondraaglijk, hij krijgt niet de palliatieve zorg die hij verdient, en hij wil niet eindigen als een plant niet wachten tot hij zijn laatste gram waardigheid verliest. Onze niet meer zo groene vriend heeft er lang over nagedacht, het is een bewuste keuze: na een laatste Substral wil hij rustig gaan liggen en eeuwig slapen.

Is Mr T's plant nu een held of een lafaard?