Voetbal is oorlog. Het Songfestival ook. En wij houden hier wel van een veldslagske.
Het begint al met de nationale selectie. Wie trekt ten strijde? Met wie overleven we de voorronde? Altijd veel gedoe. Zijn we wel goed genoeg? Want andere landen smijten er meer geld tegenaan. Het wordt moeilijk, maar toch, het kan, misschien, wie weet, zeggen de fans. En ze zwaaien blij met hun vlagske.
Uiteindelijk komt het neer op één avond. Dan is het alles of niets: doorstoten naar de hoofdtabel of afdruipen. Alles hangt af van hoe we het die avond spelen. Aarzelende start? Valt nog moeilijk recht te trekken. Onzeker in de arena? Wordt afgestraft. Het is koek eroep of koek oep ’t bakkes. Maar we gaan ervoor. Weg met die nul. Go Belgium. De fans zwieren nog enthousiaster met hun vlagske.
We treden aan, doen ons ding en... verliezen. Geen eindronde. Geen EK in juni, geen finale in Bakoe. Kritiek barst los, meestal van degenen die daarnet nog stonden te zwaaien met hun vlagske. Dat de selectie niet deugt. Dat degene die de selectie maakt niet deugt. Dat de mensen achter degene die de selectie maakt niet deugen. Experts genoeg langs de zijlijn. Dat het uiteindelijk allemaal toch maar stom is. Of politiek. Of een geldzaak. En de vlagskes worden opgeborgen.
Bij gebrek aan eigen natie collaboreren we met een ander land. Zo duimen wij hier vanavond keihard voor Duitsland. Dat is dan toch één wezenlijk verschil met het voetbal.
0 reacties:
Een reactie posten