Pages

HET IS DE LAATSTE KEER GEWEEST

Wie heeft in godsnaam Kerstmis uitgevonden? Hè? Wié verdomme? Kruisig die mens. Nu meteen. Nondezjaar. Want wie kan weer voor het diner op kerstavond zorgen? Wie o wie zit weer met gemakzuchtige familieleden? Bibi. Alsof er al niet genoeg stress in de wereld is.

Zuster T — normaal de apathie zelve in het aanschijn van kerst — had op voorhand laten weten dat ze witloof ging koken. Witloof. Verder niks. En of bibi voor een tweede groente kon zorgen. Wortelen zouden wel fijn zijn. Over de rest van de kerstschrans werd met geen woord gerept. Bibi moest het maar regelen.

Nu heeft Mr T een drukke week. Dagdienst met lange werkuren, wat tijd noch ruimte liet voor supermarktbezoek. Enige uitweg: in alle pokkevroegte naar de Delhaize. Enige troost: dan zijn we het gepeupel voor. Dachten we toch. Want wat liep er overal? Gepeupel! Gepensioneerd gepeupel dan nog. Dat denkt twee keer, drie keer zo lang na voor het één tomaat uit de rekken kiest. En blokkeert intussen het gangpad met hun winkelkar. Maar o wee als ge die kar twee centimeter naar links durft te duwen. Kwaaie blik dan. Want dan zijt gij degene van slechte wil in deze tijden van goeie wil.

Hebt ge na heel wat getaffel eindelijk al uw groenten, zijt ge helemaal naar achteren tot bij de drank gesukkeld... Zijt ge toch wel die wortelen vergeten, zeker? Nondezjaar. Helemaal terug. Wat later: soepballekes nodig. Al uitverkocht. En die lekkere wijn? “Dat zal in de Carrefour geweest zijn, meneer.” Aarghl. Intussen tikt de klok verder en moest ge eigenlijk al naar het werk vertrokken zijn. Als dan ook nog eens het wiel van uw kar begint te sputteren en ‘It’s the most wonderful time of the year’ door de geluidsboxen schalt, beslist ge opgefokt dat iedereen uw rug op kan, downsizet ge uw dinerplan fors, pakt ge twee dozen soep van Campbells, grist ge de drie laatste Knorrzakskes rodewijnsaus uit de rekken en stuift ge met uw kar naar de kassa. Alwaar ge garanti de traagste rij kiest, waar een bruggepensioneerde van haren tak maakt over haar maaltijdcheques, de baby achter u het op een krijsen zet van jewelste en ge ineens beseft dat ge die fucking wortelen zijt vergeten te wegen!

Komt ge eindelijk blazend en puffend thuis. Trekken de stressvlekken eindelijk wat weg. Ziet ge ineens dat ge mail hebt gekregen. Van Zuster T. Of Mr T misschien... fazant kan klaarmaken? Fazánt?! Alsof we hier Sergio fucking Herman zijn, zeg. Alsof we op bestelling leveren, zeg. Niks van. Simpele boef zal het worden. En de eerste die klaagt, draaien we gevierendeeld in de Knorrsaus.

Het is de laatste keer geweest. Volgend jaar: traiteur.

0 reacties:

Een reactie posten