- Ik ging die van kwart voor vier nemen, maar die haal ik niet meer, tante.
- Oei.
- Niet erg. Misschien heeft hij vertraging en haal ik hem toch. En er zijn nog andere treinen.
- Ja?
- Boemels. Die duren alleen wat langer.
- T?
- Ja, tante?
- Ik wacht ook op een trein…
- Hoezo?
- De hogesnelheidstrein… die me naar de andere kant brengt.
- Moh, tante…
- (knikt stellig) Maar die heeft helaas ook vertraging.
- Mja.
- Eén ding is zeker: ooit komt hij.
- Het zal een boemel zijn, tante.