Nieuwjaarsnacht, 2.40 uur. Mr T is net thuisgekomen en doet iets wat hij zich normaal enkel tijdens de halve finale van het Songfestival permitteert: hij gaat in zijn eentje alcohol drinken. Eén derde Bacardi, twee derde cola. En hij wou het echt, want hij is de cola nog speciaal gaan halen in de nachtwinkel. Bij deze: schol! Op het jaar 2012. Dat ontegensprekelijk het jaar van Mr T zal worden. Ge zult wel zien.
Eerst iets anders. Elk jaar, op 31 december, voltrekt Mr T hetzelfde ritueel. Hij vertrekt dan in alle vroegte naar zijn geboortedorp — alwaar de platenwinkel nog altijd ‘De Seunt’ wordt genoemd omdat ‘The Sound’ onuitspreekbaar bleek, en alwaar de bakkerij nog steeds ‘De Mevrouw’ wordt genoemd omdat een oud-lerares daar gewoond heeft. Aldaar aanschouwt Mr T met graagte een lokaal fenomeen: het nieuwjaarszingen. De hele voormiddag wordt de ouderlijke deur platgelopen door kinderen die u de beste wensen toezingen, in ruil voor een snoepke of een cent. Met zijn 20 eurocent per kop — let wel: er passeren zo’n 700 koters in het dorpscentrum — zat Mr T boenk op het marktgemiddelde, zo kon hij vaststellen met steelse blikken in de buidels van de geldklopperkes.
Voor de ouderlijke deur zag Mr T alle geledingen van de maatschappij passeren. Van de schattige kindjes die met trendy sjaaltje en muts hun beugel openhouden en lieflijk nieuwjaarkezoete zingen, tot de verzopen marginale ouders die hun beugelgebroed Cheyenne naar voren duwen waarna die het brutaal op een afgemeten ‘hey’ houdt. In dat laatste geval verdenk je het hele gezin ook van een pooierachtige verstandhouding: snoep is voor het kind, geld gaat naar de ouders. Soit, de ‘beste wensen’ komen in alle maten en vormen en Mr T nam ze allemaal breed lachend in ontvangst.
Hij zag ook meteen alle toekomstbeelden de revue passeren. Het twaalfjarig menneke dat met zijn ogen naar de grond geslagen zachtjes ‘oud jaar, nieuw jaar’ murmelde, is een vogel voor de kat — mits een mirakel dat, toegegeven, altijd kan gebeuren. De luidste van de hoop bleek — typisch — van Gentse afkomst, wat schril afstak tegen de bescheiden Kempense lieden. De vurige meid die haar vrienden aanspoorde tot synchroon gezang middels een welgemikte ‘Eén! Twee! Drie!’ zal het daarentegen ver schoppen. Al is ver schoppen relatief: alsof dat moet gelijkstaan met een bloeiende leiderscarrière. Mr T zelf denkt graag dat hij vroeger tot de bescheiden soort hoorde. Het soort kind dat met oudjaar niet te luid zong, niet te hebberig bedelde om de extra cent, maar wel ten volle ging voor de volle buit.
Bijna dertig jaar later — dértig jaar begot — wordt uw dienaar best goed gezind van al die beste wensen. ’s Avonds vertrekt hij dan ook steevast vrolijk naar een festiviteit ten velde. Deze keer in Geel. Gezellig en lekker, met Bob en dus met alcohol, wat helpt, ook al is het geen garantie op succes. Het gezelschap daarentegen wel.
Toen Mr T daarjuist thuiskwam, vond hij een kaart van zijn buurmannen in de bus. “Een schitterend 2012 gewenst.” En dat vond Mr T nu tof, zie. Want 2012, dat wordt het jaar van Mr T. Klinkt verwaand, ja. Maar het moét. 2011 was het jaar van de stilstand, en stilstand kan nooit blijven duren, want dat leidt tot achteruitgang. Bij deze wil ik mijn spijt uitdrukken aan alle anderen die hun zinnen op 2012 gezet hadden: pech, het jaar is aan mij, aan Mr T. Voilà.
Inmiddels is het 3.40 uur. De gsm licht op. Een sms ten antwoord: “Bon. Ge hebt nu uw jaar... Doé er ook iets mee.”