ONDERWEG NAAR ZAVENTEM

-Mr T: "Gaat het, nonkel?"
-Nonkel: "Jaja… Pas afscheid genomen van m'n zus, hè... Dan krijg ik altijd efkes… een valling. Die zal sebiet wel over zijn..."

(stil)

-Nonkel: "M’n schoonbroer kan toch wreed zwaarmoedig zijn. Ik zei hem: ‘Allee, tot de volgende keer dat ik nog eens op bezoek kom.’ Waarop hij: ‘Als je hier dan nog iemand vindt’…"
-Mr T: "O jee."
-Nonkel: "Dat zeg je toch niet?"
-Mr T: "Nee, dat zeg je niet."
-Nonkel: "Vond ik ook."

(stil)

-Nonkel: "Voilà, m’n valling is al een pak beter."
-Mr T: "Da’s goed."

(stil)

-Nonkel: "Nog eens merci hè, om ons voor dag en dauw naar de luchthaven te brengen."
-Mr T: "Da’s graag gedaan. Kon ik jullie nog eens zien, hè."
-Nonkel: "Toch merci. Om ons nu weg te brengen én om ons vorige week te komen afhalen. Vooral om ons te komen afhalen, eigenlijk. Want da’s veel plezanter."
-Mr T: "Da’s waar."

(stil)

-Nonkel: "Allee, we zijn er."
-Mr T: "Mja…"

(stil)

-Nonkel: "Zeg, als gij sebiet terug wegrijdt, gaat gij u dan niet alleen voelen?"
-Mr T: (lachje) "Efkes..."
-Nonkel: (glimlacht) "Efkes…"

Tweet