Mr T heeft nood aan compassie. Want hij is ziek. Grieperig. Gisteren nog gaan werken, tegen beter weten in, nu strijk in de zetel met koppijn, keelpijn, spierpijn… Eén hoopke belabberdheid, dat is Mr T.
Omdat ook hoopkes belabberdheid moeten eten, heeft Mr T zich vanonder zijn dekenske gesleurd om naar de Delhaize te strompelen – da’s het nadeel van vrijgezel zijn: ook als ge ziek zijt, moet ge alles zelf doen. Mr T dus met zijn verhit voorhoofd in de gure, bijtende wind naar de winkel. Waar alles, maar dan ook alles, tegenstak. Aan het broodmachine opgehouden door twee tergend trage, betweterige bejaarden. Aan de kipafdeling raar aangekeken door een rekkenvuller, alsof er in koeien van letters ‘belabberdheid’ te lezen stond op Mr T – wat gerust zou kunnen, want voor zo’n lang woord is er plaats zat op het Gigantische Voorhoofd. En aan de kassa opnieuw gedwarsboomd door dezelfde twee bejaarden, die veel te luid begonnen te discussiëren hoe je het best met Proton betaalt. En Mr T maar met de rood aangelopen ogen rollen. Waarna hij uiteindelijk naar huis kon sukkelen, alweer in die bijtende kou, en uitgeput in de zetel plofte.
En toen, op dat moment, kwam er een sms binnen. Van Zuster T. ‘Het is hier fantastisch!’… U moet weten, Zuster T heeft gedaan wat iedereen wel eens wil doen, maar niemand ooit doet: de boel de boel laten, en op de goeien boef naar Italië trekken. En dus juist op het moment dat Mr T zijn belabberde zelve had binnengesleurd, en zich met zijn gammel lijf aan de kook had gezet, bleek Zuster T in Italië, dixit de sms, ‘naar het hoogste punt’ te klimmen – hopelijk letterlijk, want aan andere soorten van climaxen bij Zuster T hebben wij geen boodschap.
Eerst werd Mr T nog blij, voor zuster T, want hij is van het meelevende type. Maar meteen nadien nam de belabberdheid exponentieel toe. Mr T kroop foetusgewijs nog wat dieper onder het dekenske weg, en jammerde stilletjes dat het allemaal niet eerlijk verdeeld is. Mr T wil nu ook naar het hoogste punt in Italië klimmen, het mag zelfs het tweede hoogste zijn. Maar hij raakt niet verder dan wat gesop in de zetel... Snif...
Mr T heeft nood aan compassie.
(En nu ligt de kipfilet nog aan te bakken ook.)