Pages

BESTE NONKEL

Ik wou effe melden dat ik mijn bezoek aan u in de home – wat op papier een eerder droge bedoening leek – best gesmaakt heb. U speelt altijd die plechtige, formele mens, ietwat wereldvreemd door het vele lezen in vele boeken, en daardoor ietwat raar. Naast tante is uw onafscheidelijke metgezel uw deukhoed. En in een deuk hebben we daar achter uw rug al mee gelegen. Weet u nog toen u met tante op bezoek kwam op mijn kot? M’n medestudenten vluchtten toen hun kamers binnen van het lachen. Nadien zijn we nog een spaghetti – of was het een croque – gaan eten in een volks, Schots eetcaféke op de hoek. Met koffie en taart toe. Die taart vond u “smeuiig”, zei u veel te plechtstatig voor het moment, en sindsdien staat u in Mr T’s vriendenkring bekend als Nonkel Smeuiig.

Laten we eerlijk zijn: ik ken u niet zo goed. U bent daar veel te veel professor voor, u laat zich niet kennen. Als taalfanaat bent u in mij geïnteresseerd omwille van mijn talenstudies, als familiemens ben ik op mijn beurt in u geïnteresseerd omwille van Tante Smeuiig. En veel verder is het nooit gegaan.

Maar er komen barsten in uw academisch imago, Nonkel Smeuiig. U wordt oud. Daar kun je niet meer naast kijken. En u wordt dus ook weemoedig. De laatste keren dat ik u bezoek, vertelt u met geestdrift – tot u moe en leeggepraat dieper in uw zetel wegzakt – over uw jeugdjaren, over uw roots, over uw beminde Leuven. Waar u niet echt geboren bent, maar wel getogen, waar u rondliep op uw negentiende – volgens u een cruciale leeftijd “omdat je als jongen dan de man wordt die je bent” – en waar u voor uw eigen ogen uw beste vriend zag verongelukken. U vertelt dan soms wat warrig, met soms nét te veel panache in uw stem, met soms nét te veel flashbacks in uw ogen, zodat Tante Smeuiig dan uw arm moet aanraken om u een sein te geven dat u kalm moet blijven. Het doet u pijn dat u zo slecht te been bent dat u niet meer tot hier in Leuven geraakt.

Ik ken u niet zo goed. Maar misschien kent niemand u zo goed. U bent verjaard, maar ik weet zelfs niet hoe oud u bent geworden. Mijn moeder koopt dan altijd een cadeau voor u namens ons beiden, deze keer heb ik dat gedaan. Ik gaf u, in een zak van de stad Leuven, twee boeken, waarvoor ik helaas geen inpakpapier meer had. Het ene ging over de historie en het andere over het heden van uw geliefde stad. En u, Nonkel Smeuiig, de formele, academische, plechtstatige man, kreeg zowaar vocht in uw ogen. Uw stem trilde een beetje. Tante Smeuiig gebaarde achter uw rug dat we uw hart pardoes geraakt hadden. U sloeg het historische boek in het midden open, op een dubbelpagina met een oude, getekende kaart van het stadscentrum uit de jaren dertig-veertig, uit een verloren tijdperk. “Kijk, dát is voor mij Leuven”, zei u. En u keek weemoedig. En daar kwamen de flashbacks weer in uw ogen.

Ik heb dit bezoek aan u erg gesmaakt, Nonkel Smeuiig.

Formele groeten,

Uw Mr T



1 reacties:

Anoniem zei

Laat de Kleenex aanrukken, snel!

Een reactie posten