Ziehier, de Bende van de Zilveren Arend, anno 1985 of zo. De andere bendeleden zijn onherkenbaar gemaakt, Mr T kan zich best inbeelden dat zij bij deze anoniem willen blijven. De Bende van de Zilveren Arend (BZA) poseert op hun speelterrein, vlak bij hun zogenoemde ‘Kamp B’ – wat eigenlijk niets meer was dan een berg zand (buiten beeld). Wat ‘Kamp A’ dan wel was, heeft Mr T nooit goed geweten. De Bende heeft net een tentoonstelling georganiseerd in de rijzige tent achter hen. Daarin lag oude rommel van een nabije autogarage: verroeste kettingen, weggegooide moersleutels en gedeukte wielvelgen die het zootje ongeregeld vakkundig aanwendde als hun – godbetert – wapens. Eens de tentoonstelling geopend, kon het publiek (lees: de ouders) de expo komen bezoeken. Vermoedelijk werd entreegeld gevraagd. De Bende verwachtte duidelijk een grote toeloop, want de koorden op de voorgrond dienden om de file wachtenden in goede banen te leiden. Geen tentoonstelling zonder cafetaria, dus stonden er (links in beeld) stijlvolle stoeltjes waar de gasten zich konden ontspannen bij wellicht een fles bruin kraantjeswater.
Inmiddels hebben Mr T en de zijnen hun gang-verleden achter zich gelaten. De Bende van de Zilveren Arend zit nu vertakt in de maatschappij: de ene maakt gazetten, de andere bouwt podiums, de derde speelt business development manager, en de laatste baggert de Schelde uit.
Toch schoon tijden. Respect, bro's!
4 reacties:
Jaja, "d'er moet een club komen." de uitspraak is dus al lang achterhaald
Veel veranderd, zegt ge?
Ik was op zoek naar een voorhoofd, maar ik vond het niet
De jongeman linksboven had op het eerste zicht wel iets van don?
Een reactie posten