- Gisteren een begrafenis gehouden in onze hof.
- De kat?
- Nee, de tut.
- Pardon?
- De tut van onze jongste dochter. ’t Werd tijd dat ze ermee stopte.
- Dus een begrafenis?
- Ja. Het hele gezin stond op een rijtje. De tut lag in een mandje. Broer stond plechtig paraat met de spade in de aanslag.
- En hielp het?
- Mja, ’s avonds vroeg ze wel opnieuw om haar tut. Maar dan kon ik tenminste zeggen: ‘Ah nee, we hebben hem daarstraks begraven, weet ge nog…’
- Ligt er ook een grafzerk?
- Nee, maar da’s wel een idee. Een kruiske of zo.
- Straks groeit daar een tuttenboom…
- Haha… Da’s niet de bedoeling.
- Zou zo’n uitvaartdienst ook helpen bij volwassenen? Een sigaret begraven of zo?
- Gij wilt een sigarettenboom, gij. Begraaf ze trouwens maar niet te dicht bij de tut, of er groeien tutten met sigarettensmaak.
0 reacties:
Een reactie posten