- Ik moet minder snoepen.
- Gij zijt zwanger, gij. Ge moét eten.
- Nee, ik kom te veel bij. Door koekerij en zo.
- Lekker. Wat voor koekerij?
- Vanalles. Chips en zo
- Met chips ben ik gestopt. Maar efkes, hè. Chocolade daarentegen…
- O ja, donkere.
- Nee, melk, wit of praliné voor mij, geen donkere en ook geen noten.
- En wafels! Van die vanillewafels.
- Mét chocolade dan wel liefst.
- Dat zijn mijn favorieten! Geen Mina-wafels...
- Die ken ik niet.
- Prijs u gelukkig. We kregen die altijd op school. Afschuwelijk.
- Vroeger at ik graag Kempische koffiewafels. Nu nog, vaak met een appel erbij.
- Die ken ík dan weer niet.
- Jawel, die ovalen dunne wafels. Ge hebt ze in harde en ‘rubberen’ vorm. Die rubberen zijn jakkes.
- O ja… En warme suikerwafels!
- Liever warme worstenbroodjes dan. Vroeger had ge zo’n slager op de Diestsestraat en die stond altijd buiten met lekkere dingen, waaronder worstenbroodjes, waarvan ik er gegarandeerd één kocht.
- Ik ook! Die is er niet meer. Stom, hè?
- Ja, die is moeten stoppen wegens ziekte of zo.
- Ook lekker: die ronde kaaskoekjes.
- Fromandi! Kreeg ik altijd bij mijn bomma.
- Juist, de die! Maar die zijn er ook niet meer.
- Toch wel, maar ze zitten nu in het Tuc-gamma.
- Echt?! Die ga ik straks halen dan…
- Ze hebben die wel niet overal.
- En Pim’s!
- Ja! En Deli-Choc!
- Ja! En Sprits!
- Ja! En…negerinnentetten!
- O jáááááááá!
- ... Pff, ik word echt wel te dik…
1 reacties:
Deze conversatie ken ik... en ik ben nochtans niet zwanger... Koekerij is wel een nieuw woord voor mij...
Een reactie posten