Zaterdag in het tuincentrum: op de serredeur staat in joekels van letters ‘deuren gesloten houden aub’. Twee oudere mannen trekken met veel moeite de deur open, stappen erdoor, kijken rond en vragen zich dan af: ‘Was die deur daarjuist gesloten? Moeten we die nu dichttrekken?’ Waarna er een hele zaag wordt gespannen over de zin en onzin van een gesloten serredeur.
Kijk, tegen domheid, daar kan ik dus niet tegen. Noem het plaatsvervangende schaamte of gewoon platte hooghartigheid. Maar domheid houdt de boel mateloos op. Het vréét energie. Ooit al met domme collega’s moeten samenwerken? Dan wéét je het wel. Domme mensen rijden hopeloos verkeerd, onthouden uit 48 krantenpagina’s alleen dat het misschien gaat regenen (maar misschien ook niet) en vragen na een halfuur 'Witse' wie Witse eigenlijk is (of erger: wát een witse eigenlijk is).
Weet ik het zelf dan allemaal zoveel beter? Awel… soms wel, ja. Soms ook niet, natuurlijk. En dan mogen slimmere mensen dan ik zich mateloos ergeren aan mij.
Oké, die bezoekers in dat tuincentrum kunnen gewoon even verstrooid zijn geweest – effe een zwart gat in hun al jarenlang optimaal verlichte geest. Slijtage door ouderdom. Maar dan word ik daar evengoed pissig van. Louter uit schrik dat het ooit mij overkomt.
0 reacties:
Een reactie posten