Pages

GAT

“Mr T, gij zijt 34, gij verdient goed uwe kost, maar gij leeft nog altijd alsof ge ne student zijt. Zeker als het aankomt op kleren kopen.” Mr T’s persoonlijke shopping assistente kon het niet langer aanzien en sleepte ondergetekende mee de Portobello binnen. Waar we een kostuum kochten. Een degelijk. Een écht.

Mr T vond toch dat de persoonlijke shopping assistente overdreef – wat is er nu mis met kleren afdragen? ’s Anderendaags reed Mr T echter naar zijn werk en aan het voorlaatste rode licht verschoot hij zich een verschot. Ter hoogte van zijn dijen zaten twee gaten in zijn jeans. Nondezjaar. En de gaten waren opvallend genoeg om door beide te kunnen zien dat Mr T een zwarte onderbroek aanhad.

Paniek in ’t kot. Meteen doorgereden, werk voorbij, recht naar de dichtstbijzijnde klerenwinkel. Op de deur stond ‘C&A. Zeker nu’, en daar kon Mr T niet méér mee akkoord gaan. Snelsnel nieuwe broek gekocht en aangetrokken – zo één zonder model, die ge normaal nóóit zou kopen – en naar het werk gecrost. Alwaar vreemd genoeg niemand een opmerking maakte, hoogstens: “Ge ziet er zo opgejaagd uit, Mr T.”

Enfin, de persoonlijke shopping assistente mag volop glunderen. Ze krijgt ten volle gelijk. Mr T zal dan ook zijn kledingbudget optrekken. Want liever een gat in Mr T’s portemonnee dan opnieuw een gat in zijn broek.

DE WULPSE WESPEN

Veel gedoe deze week over twee reeën die hun ‘liefdesnest’ hadden gebouwd op de middenberm van de E34. Met zelfs een grootscheepse actie erbovenop om de beesten te vangen en in veiliger oorden te droppen. Vergeefs: gisteren werd één bambi doodgereden. Oooooh. (Trek die beesten een paar 18de-eeuwse kleren aan en je hebt een romantisch kostuumdrama om Jane Austen te laten kakken van jaloezie.)

Ten huize T hebben twee wespen hun liefdesnest gebouwd aan het raam van de slaapkamer, aka Mr T’s liefdesnest (woehaha). Gevangen tussen het gordijn en het venster hebben de twee vannacht heel de buurt wakkergezoemd – of toch heel Mr T. De tragedie met de reeën indachtig heeft ook Mr T een grootscheepse actie opgezet: hij is herhaaldelijk opgestaan om het raam open te zetten en de wulpse wespen met veel gordijngezwaai naar buiten te werken. Maar denkt ge dat die stoeme beesten meewerkten? Zijt ge gek. Die bleven liever met z’n tweeën een hele nacht hitsig plakken aan het raam van een veel te insectvriendelijke Mr T. Gevolg: vanochtend nog méér irritant liefdesgezoem, want dan stond de zon op het raam en kregen de bronstige mormels het plots té heet.

Enfin, het raam heeft nu de hele dag opengestaan, hopelijk zijn ze weg, op huwelijksreis of zo. En anders zal hen hetzelfde lot beschoren zijn als de reeën: dood door aanrijding – met Mr T’s sloef. Want twee klotenachten op rij, daar heeft Mr T geen zin in. Daar komt alleen maar extra knorrigheid van. Romantiek my ass.

GEKNOR

Mr T loopt ambetant rond. Het duurt al enkele dagen. Hij kreunt omdat hij te weinig recupdagen krijgt. Hij sakkert omdat zijn werk weer wordt veranderd in iets lelijkers. Hij rolt met zijn ogen omdat het verkeerslicht weer op rood springt. Hij vloekt omdat zijn computer weer te traag is. Hij zucht omdat zijn digitaal Telenet-menu weer tilt slaat. Hij spreekt Evy weer tegen tijdens het joggen. Hij vindt dat iedereen zaagt zodat zijn eigen gezaag niet meer opvalt. Nee, Mr T is momenteel geen aanwinst voor de lente.

Even heeft Mr T zich wat beter gevoeld. Toen een collega – want iemand anders zien we tegenwoordig niet meer – hem zei: “Ge zijt knorrig, T.” Knorrig… dat klinkt nog zo onaardig niet. Klinkt beter dan nurk, sfeerverpester of slechtgezinden tist. Nee, knorrig, daar kunnen we mee leven. Dat heeft iets huiselijks, iets sympathieks, en vooral iets tijdelijks.

Het past bovendien bij de zwijnenstal waarin Mr T’s appartement alweer herschapen is. Rollen in ons eigen vuil is er nog net niet bij, maar als we moeite zouden doen, zou het gerust wel kunnen.

Nog twee weken, en dan heeft Mr T veertien dagen congé. Zal geen seconde te vroeg komen. Intussen hopen wij dat u Mr T zijn knorrigheid vergeeft. Knor anders gerust mee. Maar ook niet te veel, of we beginnen te knorren over uw geknor.



MR T LOST ANAGRAMMEN OP

ALLEMAAL BEESTJES

Vroeger had je Lassie en Flipper op het scherm. Die praatten niet, die zongen niet, die dansten niet. Die waren gewoon hun dierlijke zelve en deden af en toe iets bijzonders. Daarna kwam Bambi, een pratend hert dat probeerde te schaatsen. Iedereen ontroerd. En sindsdien is het hek van de dam in filmland: een sprekende olifant die kan vliegen, een wit konijn dat de klok kan lezen en twee honden die samen spaghetti eten. En het wordt steeds zotter. Ratten die koken, panda’s als kungfumeesters en mieren met dienstplicht. En afgelopen weekend zag Mr T nog een film over een pinguïn die tapdanst.

Wat is het volgende: wombats die snookeren? Kakkerlakken die aan curling doen? Schildpadden die ninja spelen? (Lap, dat laatste bestaat al.) Kijk, fantasie is een zegen, maar ze moeten niet overdrijven. Want uiteindelijk is het toch steeds weer eenzelfde zeemzoet verhaal, maar telkens met een ander beest en een ander kunstje. En voor ge ’t weet, gaat de volgende film over een – pakweg balletdansende – kat in een zak.


(Desalniettemin: best genoten van Happy Feet. Kunnen we die choreografie niet naar het songfestival sturen?)

dixit EEN COLLEGA

"Als ze gedurende één maand elke nacht flitsen op het viaduct van Vilvoorde, dan kunnen ze de staatsschuld in één keer afbetalen"


Zatte, maar wijze woorden van de collega. Kort daarvoor had Mr T verteld dat hij geflitst is op bovenvernoemd viaduct. In het holst van de nacht. Op een lege baan. Niémand rijdt daar dan braaf 90. Mr T was ferm pissig. En die pissigheid is nu omgeslagen in broekpisserij. Want Mr T reed alsof hij 120 mocht rijden: een kleine 140 dus. Intrekking van het rijbewijs dreigt. Nondezjaar.

Tijd voor schietgebedjes. En kaarskes. En ook offers misschien. Om op de dorpel van het politiebureau te leggen en zo de politiegoden gunstig te stemmen. Geen prutsoffers, geen fruit of groenten, maar iets dat opvalt... Hm... Mr T heeft hier nog wel een fluitende dwerg liggen. Hoog tijd dat die zich ook eens nuttig maakt. Kom, jongen, kom eens bij de papa. Nee, papa houdt geen mes vast...



JE BENT WAT JE EET

MR T MOEST GELUKKIG NIET BLAZEN

DAG OP DAG

Mr T heeft een boek gekocht. Gebeurt veel te weinig. Een geschiédenisboek zelfs. Gebeurt nooit. Maar dit moésten we hebben.

Mr T heeft één grootvader en één nonkel nooit gekend. En dat is de schuld van de Amerikanen. Op 5 april 1943 dropten zij bommen op de vliegtuigfabriek Erla in Mortsel. Althans, dat was de bedoeling. In het echt raakten zij vooral de woonkern errond. Het zwaarste bombardement ooit in de Benelux.

Op die vijfde april zat nonkel op school, in het Sint-Vincentiuscollege. Nonkel – broer van moeder T – was zes jaar oud. Hij wou eerst niet gaan, die dag, zo wil het verhaal. ‘Allez, niet aanstellen. Laatste keer wuiven, en hop naar school.’

Op hetzelfde moment werkte vava noodgedwongen in de Erlafabriek. Vava – langs vaders kant – pendelde elke dag op en af. Veel later die dag zou moemoe in het station van Mr T’s geboortedorp staan wachten tot de trein aankwam uit het rampgebied. Nog voor de wagons halthielden, zou ze haar hoofd schudden: “Hij zit er niet op.”

Want rond halfvier waren de bommenwerpers gekomen. Gevolg: 936 doden, bijna een kwart van hen kinderen die op school zaten. Ook nonkel en grootvader sneuvelden. Collateral damage. Foutje van de bevrijder.

Mr T heeft een boek gekocht. ‘Tranen over Mortsel’ heet het. Nonkel staat op pagina 112, mét foto. Van vava is er geen spoor – net als op het kerkhof. Beiden kenden elkaar niet. Maar beiden staan al jaren naast elkaar op de kast ten huize T.



BESTE MEVROUW TANGHE

Of mag ik Jenny zeggen? Nee, dat past niet bij een dame van uw stand. Bovendien ken ik u helemaal niet, dus moeten we niet te familiair doen. Mevrouw Tanghe, ik wil u gewoon één ding melden: ik vind dat u oneer wordt aangedaan.

U bent onlangs van ons heengegaan. Niks aan te doen, het overkomt de besten. Maar terwijl andere grote acteerhelden staande ovaties krijgen tijdens tv-gala’s, of worden opgebaard op een chique toneelscène, of worden uitgezwaaid op een uitvaart vol schoon volk, verloopt uw vertrek verdacht geruisloos. En dat is zonde.

Want u was zelf allesbehalve geruisloos. De bazige Vanjes, de brullende Moeder De Tremmerie, de kloeke Moeder Cent... Die kordate rollen gingen u goed af, hè? Er wordt dan ook gezegd dat u in het echt ook wel zoiets, euh, categorieks over zich had. Dat kan gerust zijn; ikzelf heb dat te weinig, dus ik kan dat wel waarderen.

Nu las ik in de krant dat u zelf erop had aangedrongen uw crematie klein en intiem te houden, met maximaal 25 man. Kijk, het zijn mijn zaken niet hè, maar dat vind ik nu jammer. Want u verdient veel meer honneurs. U hoort ín de schijnwerpers te staan, niet ernaast. U hoort de rozen in ontvangst te nemen die u toegeworpen krijgt. U hoort te buigen voor een laatste applaus. Waarna u met uw stoutmoedige zelve voorgoed van het toneel verdwijnt.

Mevrouw Tanghe, ik ken u niet. Laat staan dat het mijn affaire is. Maar ik vind dat u oneer wordt aangedaan.

Vrijpostige groeten,

Mr T